Hoe ben je hier beland?
‘In oktober 2019 ben ik als politiek vluchteling naar Nederland gereisd. Via een asielzoekerscentrum kwam ik uiteindelijk in Valkenswaard terecht. Daar woon ik nu en dat bevalt heel goed.’

Hoe ben je in contact gekomen met STE Languages?
‘In het asielzoekerscentrum hielpen vrijwillige docenten me om Nederlands te leren. Door de coronapandemie kwam dat helaas stil te liggen. Via het COA ging ik vervolgens op zoek naar een taleninstituut in de regio. STE Languages werd al snel genoemd en daar ben ik naartoe gegaan. Tijdens de intake werd ik vriendelijk ontvangen en dat was een fijne kennismaking.’

Wat is je algemene indruk van STE?
‘Het personeel is heel vriendelijk en de trainingen zijn van hoge kwaliteit. Net zo belangrijk is de sfeer: het voelt alsof je thuis bent. Bij STE heb ik precies dat gevonden wat ik zocht.’

Waarom is het voor jou belangrijk om Nederlands te leren? En wat wil je bereiken?
‘Ik wil graag een goede baan vinden. Ooit was ik docent Engels, later werkte ik voor de staatstelevisie, maar nu is het tijd voor iets nieuws. Ik weet nog niet precies wat, maar hopelijk in de richting van international business. Ik spreek Turks, Russisch, Engels en ben nu dus bezig met Nederlands. Met die vier talen hoop ik bedrijven te kunnen helpen.’

Je bent dus zelf ook taaltrainer geweest. Kun je daar meer over vertellen?
‘Jazeker. Ik heb een tijd gewerkt als docent Engels. Dat was overigens niet in Turkije, maar in Siberië. Duizenden kilometers van huis en dus een hele cultuuromslag. Ik hou van taal en deel dat graag met anderen: learn and teach.’

Je hebt meerdere groepstrainingen gevolgd. Kun je iets vertellen over je leerervaringen?
‘Onze groep bestond steeds uit 8 tot 10 personen uit alle windstreken. Van Yemen tot de Dominicaanse Republiek en van Irak tot Kameroen. In iedere groep heb ik een presentatie gegeven. Het taalniveau werd steeds hoger en dat zie ik ook terug aan mijn presentaties. Als ik nu mijn eerste presentatie bekijk, dan is dat inmiddels heel makkelijk voor me.’

Wat is je favoriete Nederlandse woord of uitdrukking?
‘Dan kies ik het woord ‘chagrijnig’. Niet vanwege de betekenis, maar vanwege de uitspraak. Dat woord klinkt zo bijzonder!’

Heb je een tip voor nieuwe cursisten?
‘Heel veel spreken, luisteren, lezen en schrijven: je moet het allemaal doen om een taal écht te leren. Wees daarbij niet bang om fouten te maken. Het is niet je moedertaal dus we moeten fouten maken om te kunnen leren.
Ik heb ook nog een tip voor STE: ik volg nu twee keer per week les, maar zou daarnaast ook nog wel één uur per week bij een taalcafé willen zijn. Dat is een goede manier om spreekvaardigheid extra te oefenen. Dat doen we tijdens de training ook wel, maar een les is zo voorbij.’

Hoe bevalt het dagelijks leven in Nederland?
‘Heel goed. Ik ben een sociaal mens en ik maak makkelijk contact met anderen. Het scheelt ook dat ik, zoals gezegd, een tijdje in Siberië heb gewoond. Daardoor heb ik geleerd om in het buitenland een leven op te bouwen. Dat helpt me enorm. Ik ken mensen die hun hele leven in dezelfde stad in Turkije gewoond hebben en nu in Nederland zijn. Voor hen is het een stuk moeilijker.
Ook in Valkenswaard bevalt het goed. Valkenswaard is niet zo groot, maar ook niet te klein. Er is een bibliotheek, bioscoop, theater en winkels. Het is er veilig en rustig. In de omgeving zijn veel bossen waar je fijn kunt fietsen.’

Ervaar je weleens cultuurverschillen tussen Turkije en Nederland?
‘In kleine, Nederlandse dorpen zegt iedereen ‘hallo’ tegen elkaar. Daar moest ik echt aan wennen. Soms gebeurde het ook dat iemand me passeerde en daarbij glimlachend keek. Dan dacht ik: hè, ken ik jou!? Later begreep ik dat dit gewoon uit beleefdheid was.
Het eten van boterhammen vind ik ook typisch Nederlands. Zowel bij het ontbijt als bij de lunch, dat was voor mij echt nieuw. En dan is er ook nog het fietsen. Ik ben nu 52 jaar oud. De eerste 50 jaar van mijn leven heb ik zo’n 1.000 kilometer gefietst, de laatste 2 twee jaar ongeveer 10.000 kilometer!’

Hoe ziet je leven er over tien jaar uit?
‘Dan spreek ik perfect Nederlands, woon ik nog steeds in Valkenswaard en heb ik een leuke baan. Verder ga ik nog veel meer fietsen en genieten van het leven.’