Cursisten aan het woord - PSV

Hoe taaltraining helpt bij profvoetbal

7 januari 2021

PSV-voetballer Timo Baumgartl traint niet alleen op het veld, maar ook bij STE Languages. Dat doet hij samen met zijn vriendin Julia Negassa en met Kim Bestgen, de vriendin van PSV-doelman Lars Unnerstall. Met z’n drieën werken ze aan hun Nederlandse taalvaardigheid.

PSV is een internationale club. Spelers komen uit alle windstreken en Engels is de voertaal. Is het leren van Nederlands dan eigenlijk wel nodig? ‘Bij PSV is iedere bespreking in het Engels, maar met mijn teamgenoten probeer ik altijd Nederlands te praten’, aldus Timo, ‘behalve dan met Duitse spelers natuurlijk!’

‘Meer dan een kantinepraatje’

Nederlands spreken heeft volgens Timo verschillende voordelen, en dat gaat verder dan even bijpraten in de kantine of kleedkamer. Timo: ‘Nederlands spreken helpt me ook tijdens wedstrijden, als ik iets tegen de scheidsrechter of tegen mijn teamgenoten wil zeggen.’ Zowel Nederlands als Engels worden bij PSV dus volop gebruikt, maar daar blijft het niet bij. Met Roger Schmidt heeft PSV immers een Duitse trainer en dat heeft ook effect op de communicatie. ‘We gebruiken geregeld Duitse voetbaltermen, denk aan pressing en gegenpressing.’ Schmidt staat voor voetbal met hoge intensiteit en snelle overgangen. Om dat te leren beheersen heb je training nodig, en dat is een duidelijke overeenkomst met het leren van een vreemde taal.

‘Beter begrijpen wat er gezegd wordt’

Bij STE Languages zit Timo in een echte PSV-groep, samen met zijn vriendin Julia Negassa en met Kim Bestgen. Voor allen geldt dat Nederlands niet de meest gebruikte taal is. Julia: ‘Ik studeer op dit moment in het Engels, dus ik praat meer Engels dan Nederlands. Toch is het goed om de taal te leren, want dan begrijp je wat de mensen zeggen en kun je er ook op reageren. Bij het sporten, bij het boodschappen doen of met de buren kan ik mijn Nederlands oefenen.’

‘Dagelijkse situaties oefenen’

De taaltraining bevalt ze allemaal goed. Timo: ‘STE heeft veel ervaring met het leren van Nederlands en heeft heel goede docenten.’ Julia: ‘Wij beginnen iedere training met praten over wat er die week is gebeurd. Daarna doen we oefeningen om onszelf te verbeteren. De training heeft zo veel toegevoegde waarde voor het dagelijks leven.’ Timo: ‘Het eerste moment dat ik voordeel had van de training, was toen ik ineens een voetbalbespreking in het Nederlands kon volgen.’ Julia heeft een vergelijkbare ervaring: ‘Op een gegeven moment begreep ik tijdens het sporten wat de coach precies zei.’

‘Nu kan ik met iedereen praten’

Ook Kim is te spreken over de taaltraining: ‘Op basis van een aanbeveling ben ik bij STE beland. Ik vind het belangrijk om Nederlands te leren zodat ik hier kan werken. We hebben twee keer per week les en krijgen huiswerk voor thuis. Onze docent Yvonne is geweldig en helpt ons echt vooruit. Omdat ik nu kan spreken en lezen in het Nederlands, kan ik met iedereen praten!’

‘Bagagedrager’

Nederlands en Duits zijn verwante talen en dat hebben onze cursisten ook ervaren. ‘Nederlands lijkt op het Duits, maar klinkt een beetje grappiger’, aldus Timo. Voor Kim is Nederlands vooral ‘een mix van Duits, Engels en Frans’. Vanuit die gedachte krijgt het favoriete Nederlandse woord van zowel Timo als Kim– ‘bagagedrager!’ – een heel andere beleving. Julia heeft ‘lekker’ als favoriete woord en dat is een term die in het dagelijks leven nogal eens van pas komt.

‘Samen gaat makkelijker’

Kortom: Timo, Julia en Kim werken enthousiast aan hun Nederlands. Het feit dat ze samen de training volgen stimuleert het proces. Daarin schuilt dan ook een tip die ze graag aan andere cursisten willen meegeven: ‘Zoek een partner met wie je samen kunt leren. Dan gaat het makkelijker en met meer plezier.’

Volg ons op LinkedIn