De energietransitie vraagt om vakmensen
12 mei 2025
‘Ik durf meer te praten en geef écht antwoord’
Hoe Enexis statushouders met behulp van Nederlandse taaltraining opleidt tot elektromonteur
Door Joris van Dierendonck
De energietransitie vraagt om vakmensen. Heel veel vakmensen. Maar waar vind je die in een krappe arbeidsmarkt vol concurrentie om technisch personeel? Bij Enexis werven ze niet alleen onder mensen met exact de juiste vooropleiding, maar ook onder statushouders die gedreven zijn om in Nederland een nieuw leven op te bouwen. In een schakeltraject worden ze klaargestoomd voor een carrière als elektromonteur. De taaltraining van STE Languages speelt daarin een belangrijke rol.
‘Het begon vijf jaar geleden met een idee van Younes Biyadat, een van onze managers’, vertelt Kim Neervens, projectleider bij Enexis. ‘Geïnspireerd door zijn ouders die in de jaren ‘70 als arbeidsmigrant naar Nederland zijn gekomen. Younes wist dat er veel potentieel zit bij mensen die hier graag willen werken, maar hun plek nog moeten vinden.’ Enexis zag de potentie en besloot hiervoor een intern opleidingsprogramma te organiseren. ‘We hebben de deuren opengezet voor gedreven statushouders die bij ons aan de slag willen’, aldus Kim. ‘Je hoeft geen elektrotechnische achtergrond te hebben, affiniteit met techniek volstaat. Deelnemers komen uit alle hoeken van de samenleving: van wiskundedocent tot jurist of politieagent.’
Veiligheid begint met taal
Enexis heeft een interne vakschool. Daar worden de deelnemers opgeleid tot onder meer elektromonteur. Voordat de statushouders aan die vakopleiding beginnen, volgen ze eerst een schakeltraject van vier maanden. Dat traject is bedoeld om de deelnemers te helpen hun plek te vinden binnen het bedrijf. Een centraal onderdeel daarvan is de taaltraining. Kim: ‘De taal spreken is extreem belangrijk. Als je met elektriciteit werkt, moet je weten wat je doet en je collega’s goed begrijpen. Fouten door miscommunicatie kunnen grote gevolgen hebben. Daarom is taal bij Enexis meer dan een hulpmiddel. Want veiligheid staat bij Enexis op één. We werken veilig of we werken niet.’
Dat onderschrijft ook Annemarie van Balen, een van de taaltrainers: ‘Deelnemers spreken meestal al wat Nederlands, maar dat is niet genoeg voor het werk dat ze gaan doen. Ze praten vaak makkelijk, maar maken hun zinnen niet af, gebruiken Engels of draaien de woordvolgorde om. We helpen ze om duidelijk en correct te communiceren, zodat ze veilig en zelfstandig kunnen werken.’
Leren in de praktijk
Zestien weken lang krijgen de deelnemers taaltraining, inhouse bij Enexis. Het is een intensief en aan de praktijk gekoppeld traject. Ze oefenen klantgesprekken, maken kennis met jargon, schrijven verslagen, doen rollenspellen en gaan de slag met spreekopdrachten. Stap voor stap verbeteren ze hun uitspraak, schrijfvaardigheid en woordenschat. Alles is gericht op het toepassen van taal in de context van werk. Annemarie: ‘We oefenen met realistische situaties. Bijvoorbeeld: je bent bij een klant en moet iets uitleggen. Hoe doe je dat? Of: je belt met een collega over een storing. Wat zeg je dan?’
Ook culturele aspecten zijn onderdeel van het programma. Deelnemers leren omgaan met de Nederlandse werkcultuur: wat wordt wanneer van je verwacht, wat doe je als je te laat bent, en hoe spreek je iemand aan? Tijdens excursies, zoals naar het Philips Museum, maken ze daarnaast kennis met de stad Eindhoven.
Vertrouwen groeit met taal
Voor deelnemers is de taaltraining veel meer dan een lesprogramma. Het heeft grote impact – op het werk en daarbuiten. ‘Als ik vroeger een vraag kreeg, zei ik meestal alleen “ja”. Nu maak ik zinnen en geef ik écht antwoord’, vertelt een van hen. ‘Ik durf meer te praten, ook thuis. Met mijn kinderen, met de buren. Dat had ik een jaar geleden niet gedaan.’
Taal en zelfvertrouwen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je de woorden hebt, durf je ook je mening te geven of een vraag te stellen. ‘Om een taal te spreken heb je zelfvertrouwen nodig. Dat krijg ik hier. Van de docenten, van de groep en van mijn collega’s.’ Dat vertrouwen groeit in kleine stappen: tijdens spreekopdrachten, bij het oefenen van klantgesprekken of gewoon in de lunchpauze. ‘We hebben een enorme kans gekregen om onze taal te verbeteren. Nu zitten we in de kantine en praten collega’s met ons. Dat helpt echt. Zo leer je.’
Toch is het niet makkelijk. Er is moed voor nodig om fouten te durven maken, en geduld om telkens opnieuw te oefenen. Wat niet helpt, is als de omgeving te snel overstapt op Engels. ‘Nederlanders willen vaak meteen Engels praten. Maar praat gewoon Nederlands met ons. Alleen zo kunnen we echt leren.’ Uiteindelijk draait het om erbij horen. Begrijpen wat er gezegd wordt in een vergadering. Iets terug durven zeggen als je het ergens niet mee eens bent. Jezelf kunnen zijn in een andere taal. Of zoals ze zelf zeggen: ‘Als je geen contact hebt met anderen, wordt een taal nooit je tweede natuur. Maar als mensen met je praten, dan leer je. Dan voel je: ik hoor erbij.’
Samen vooruit
Na de taaltraining starten de deelnemers aan een tweejarige beroepsopleiding tot elektromonteur. Ook dan is er begeleiding in de vorm van praktijkcoaches. Daarnaast krijgt iedere deelnemer een buddy toegewezen. ‘Een buddy kan je helpen met vragen op de werkvloer, maar ook met praktische zaken uit het dagelijks leven’, aldus Kim. ‘Ik ken buddy’s die zelfs meegaan naar de huisarts of iemand meenemen naar dansles. Dat hoeft natuurlijk niet, maar het ontstaat spontaan. Dat is natuurlijk hartstikke mooi.’
Ambassadeurs
Van de eerste lichting zijn diverse deelnemers doorgestroomd naar een functie als uitvoerder of engineer bij Enexis. ‘Onze deelnemers zijn onze beste ambassadeurs’, zegt Kim. ‘Ze helpen elkaar, maar ook ons. Ze laten zien dat dit werkt. We hebben er hele goede collega’s aan en we hoeven zelfs niet meer aan werving te doen. Als we aankondigen weer met dit programma te beginnen, zijn de beschikbare plekken snel gevuld.’